Op de middenstip!: Emiel van de Ven

Zelf heeft hij geen noemenswaardig voetbaltalent. Na één voetbalseizoen maakte hij daarom de overstap naar rugby, hoewel hij tegenwoordig als knoertharde verdediger bij de veteranen probeert aan te sluiten. Maar als trainer en coach van het team van zoon Tigo maakt hij al zes seizoenen lang furore. Voetballiefhebbers, maak kennis met Emiel van de Ven.

We spreken af voorafgaand aan de wedstrijd van JO14-1. Emiel (42) en zijn mannen zijn er klaar voor. ,,We draaien vooralsnog lekker dit seizoen, dus dat is tof.” Het succes van het team is deels op het conto van de bescheiden coach te schrijven. ,,Aan het begin van elk seizoen bespreek ik met elke voetballer afzonderlijk wat hij of zij wil leren. Aan dit doel gaan we dan werken. Ik ben daar dan ook alert op. Zo blijven we ons verbeteren.”

WARM BAD

Toen Emiel zes jaar geleden het terrein van Sportpark Wagenaars opliep, had hij nog geen enkele coachervaring. Wel waande hij zich meteen in een warm bad. ,,Ik werd hartelijk ontvangen en het viel me direct op dat alles binnen de club heel goed geregeld is.”

In eerste instantie was de Boxtelaar als betrokken ouder aanwezig bij het team van Tigo, maar al snel werd hij gevraagd zich in te zetten als vrijwilliger. ,,Ik begon halverwege het eerste seizoen als invalcoach, samen met Piet Langerwerf en Louis Solon. Ik vond het meteen leuk. Zo rolde ik erin en tot op de dag van vandaag ben ik actief voor ODC.”

LIEFDE VOOR VOETBAL

De liefde voor voetbal begon bij coach Emiel al als kleine jongen. ,,Ik ging als kind met mijn vader naar PSV. We zaten in vak L en ik was direct verkocht. Nog steeds ga ik naar elke thuiswedstrijd en sinds drie seizoenen gaat ook Tigo met me mee.”

Zijn voetballiefde maakt dat Emiel heel graag langs de gekalkte lijn staat. ,,Ik coach op een rustige manier. Ik observeer en stuur bij tijdens de wedstrijd. Schreeuwen doe ik nooit en ouders mogen dat ook absoluut niet van mij. Voorafgaand aan elk seizoen stuur ik alle ouders een mail waarin ik onze gedragsregels opsom. Wie zich hier niet aan houdt, spreek ik meteen aan.”

Maar gedragsbeheersing van ouders en kinderen is niet het enige waaraan Emiel, samen met medecoach Ek Slemmer, werkt. ,,Wat wij het allerbelangrijkste vinden, is dat de spelers samen een team vormen. Ik houd niet van kleine groepjes binnen de groep. We zijn één team en we werken voor elkaar. Ik doe er alles aan dit te bereiken. En zodra dit gelukt is, gaan de jongens voor elkaar door het vuur. Ze werken dan samen en voetballen voor elkaar. Dat zorgt voor goede prestaties en natuurlijk een leuk team.”

PASSEREN

Door zijn groeps- en spelinzicht vergeet je bijna dat Emiel zelf slechts één seizoen als voetballer op de mat stond. ,,Of dat bij ODC was? Jazeker. Maar ik had echt geen talent.” Lachend: ,,Ik kan mijn spel niet anders omschrijven dan lomp en besloot na mijn niet zo succesvolle seizoen te gaan rugbyen.”

Toch probeert Emiel tegenwoordig meer als voetballer binnen de lijnen te gaan staan. ,,Ik zal het zo zeggen: het ziet er misschien niet fraai uit wat ik doe, maar mijn tegenstander passeert mij niet zomaar. Daar ga ik letterlijk voor liggen.”

Naast een sporadisch potje voetbal, staat Emiel ook vaak binnen de lijnen als scheidsrechter. ,,En als er geen assistent-scheidsrechter is, pak ik de vlag ook ter hand. Dat doe ik vaak bij dochter Malou die sinds dit seizoen ook voetbalt. Ze speelt in MO13-1.”

Maar duizendpoot Emiel doet meer. Na afloop van elke wedstrijd maakt hij een verslag dat op de ODC-website geplaatst wordt. ,,Ik ben toch bij bijna alle wedstrijden aanwezig en zo’n verhaal heb ik zo geschreven. Kleine moeite, groot plezier.”

OP DE MIDDENSTIP!

Dit was een nieuwe aflevering van de rubriek ‘Op de middenstip!’. Clubleden die een actieve ODC-vrijwilliger willen voordragen voor een interview in deze serie, sturen een e-mail voorzien van contactgegevens naar vrijwilligers@odcvoetbal.nl. Redacteuren Linda van de Wiel of Marc Cleutjens nemen vervolgens contact op met de vrijwilliger. (Tekst: Linda van de Wiel. Foto: Marc Cleutjens).



Emiel van de Ven 6

Auteur: Linda van de Wiel